Economie VS

De Amerikaanse economie is vooral gebaseerd op het vrije markt principe en het particuliere ondernemerschap. De invloed van de overheid is altijd beperkt gebleven om zo innovatie en ondernemerschap te stimuleren. Openbare nutsbedrijven als spoorwegen, elektriciteitsbedrijven, telefoon etc. zijn voornamelijk in particuliere handen. Amerika is een zeer rijk land, al is die rijkdom onevenwichtig verdeeld. 1% van de bevolking bezit meer dan 90% van de rest van de bevolking bij elkaar. Deze kloof lijkt groter te worden: bij de 25% armen daalde het inkomen tussen 1979 en 1995 met 9%, terwijl dat van de rijkste 25% met 26% steeg

De wereldmacht Amerika

De rol van de overheid is niet helemaal afwezig in de economie. Zo heeft de overheid een beslissende stem in de hoogte van de tarieven die de nutsbedrijven aan hun klanten berekenen en is het centrale bankwezen door een wet van 1913 in de overheidssfeer getrokken. Dit gebeurde terwijl er in de loop van de tijd een streng toezicht kwam op trustvorming.

Door een combinatie van factoren zijn de Verenigde Staten het meest welvarende land ter wereld. De grote van het land, de ongekende mogelijkheden voor de landbouw, de aanwezigheid van bijna alle belangrijke delfstoffen en een ondernemende en vindingrijke bevolking hebben het land tot de machtigste economische natie ter wereld gemaakt. Door de opkomst van Japan als grote economische macht wordt Amerika wel in deze positie bedreigd. Met een bevolking die nog 4,5% van de wereldbevolking uitmaakt en een oppervlakte van 7% van het wereldoppervlak, neemt Amerika bijna een kwart van de wereldproductie voor haar rekening.

Grondstoffen

Op aardolie en enkele andere delfstoffen na is Amerika geheel onafhankelijk van het buitenland. De Verenigde Staten bezitten in totaal zo’n 13% van de aardolie, 20% van de kolen en 24% van de aardgasreserves wereldwijd. De olie wordt voornal gewonnen aan de Golf van Mexico, en in de staten Texas en Alaska.

Landbouw

Dankzij de enorme oppervlakte en het gunstige klimaat is landbouw altijd belangrijk geweest voor Amerika. De VS zijn marktleider in de productie van graan, kaas, sojabonen en tabak. Verder zijn belangrijke landbouwproducten rundvee, koemelk, varkens, boter, katoen, tarwe, gerst en suiker. Amerika is de belangrijkste exporteur van de wereld van tarwe en graan en 3e van de wereld in de rijstuitvoer. 

In 1995 was de visserij van Amerika de vijfde in de wereld. Momenteel werkt nog maar 3% van de beroepsbevolking in de landbouw. Dankzij het vlakke terrein in de Mississippivlakte en de Great Plains (samen bijna de helft van het totale oppervlak van de VS) en het hoge technologische ontwikkelingsniveau is de landbouw vergaand gemechaniseerd en is de productiviteit ongekend hoog. Mede door de bosbouw worden veel producten geëxporteerd.

Import en energiebehoefte

Hoewel het land vroeger behoorlijk zelfvoorzienend was, blijft de stijgende consumptie van bepaalde invoer afhankelijk. De energieconsumptie per persoon is ongeveer 7,8 ton olie-equivalent per jaar. Na Canada de op acht na hoogste ter wereld. Amerika leidt alle naties in de productie van vloeibaar aardgas, aluminium, zwavel, fosfaten en zout. Het is ook een belangrijke producent van koper, goud, steenkool, ruwe olie, stikstof, ijzererts, zilver, uranium en magnesium. Hoewel de output is gedaald, is de Amerika nog steeds wereldleider in de productie van ruwijzer, motorvoertuigen, staal en synthetisch rubber.

Export

De belangrijkste exportproducten van Amerika zijn vliegtuigen, auto’s, voedsel, ijzer en staalproducten, elektronica, industriële machines, chemische producten en consumptiegoederen. Belangrijke invoerproducten zijn onder andere ertsen en metaalschroot, aardolie en aardolieproducten, vervoersapparatuur (vooral auto’s) en kantoorproducten. De belangrijkste handelspartners van Amerika zijn Canada, Mexico, Japan, de UK, Zuid-Korea en Duitsland. Het bruto binnenlands product is blijven toenemen en vandaag de dag bedraagt het $11750 miljard dollar (11,75 biljoen), met afstand het grootste van de wereld. 
De ontwikkeling van de economie is gestimuleerd dankzij groei van een uitgebreid communicatienetwerk. Die bestaat oa uit spoorwegen, wegen, binnenwateren en luchtvaart, maar ook uit telefoon, radio, televisie, computer en de fax. Die infrastructuur heeft niet alleen de landbouw naar een hoger niveau gebracht, maar ook de productiegroei verhoogd. Verder was de infrastructuur belangrijk voor de toerisme-inkomsten en de verschuiving naar een op diensten gebaseerde economie. In 1996 werkte ongeveer 74% van Amerikanen in de dienstensector.

Amerikaanse staatsschuld

Amerika heeft de allergrootste staatsschuld van de wereld. In november 2008 had Amerika een staatsschuld van $10.579 miljard. De staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product werd in 2007 geschat op 60,8%.

Bankwezen

Het bankwezen is in de Verenigde Staten voor een groot deel onderworpen aan de jurisdictie van de afzonderlijke staten. Doorgaans mag een bank geen filialen openen of andere banken overnemen in andere staten dan waar de bank gevestigd is. Dat is dan ook de reden dat Amerika naar verhouding geen grote banken kent. In de negentiger jaren kwam daar verandering in, dankzij een stroom van bankfusies. Dit werd toegestaan om de internationale concurrentie een weerwoord te geven.

Scheepvaart

De scheepvaart is erg belangrijk voor het Amerikaanse goederentransport, en dan vooral in het gebied van de Ohio, de Missouri en de Mississippi. De VS hebben een waterwegennet van in totaal 40.000 km lengte. Een aantal grote kanalen verbinden belangrijke zeehavens en industriegebieden met elkaar. Chicago heeft de grootste binnenhaven. Verder zijn de grootste zeehavens in New York, Baltimore, Newport, New Orleans, Houston, San Francisco en LA.

Luchtvaart

De luchtvaart is voor binnenlandse personenvervoer erg belangrijk. Er zijn behoorlijk wat luchtvaartmaatschappijen en ruim vijfhonderd steden zitten in het vliegnet. De vliegvelden met de meeste vliegbewegingen zijn Chicago, Dallas, Los Angeles, Atlanta, New York, San Francisco, Denver, Miami en Boston. 

In de tachtiger jaren kwamen veel luchtvaartmaatschappijen in financiële problemen. Dat kwam omdat de regering (Reagan) een deregulering doorvoerde waardoor de prijzen drastisch daalden dankzij een gigantische onderlinge concurrentie. Die ontwikkeling werd Pan American Airlines fataal. Panam was destijds een van de belangrijkste vliegmaatschappijen en ging in 1992 failliet.

Toerisme

Het toerisme naar Amerika is een erg belangrijke bron van inkomsten. In 1996 telde de VS maarliefst 46 miljoen vakantiegangers, terwijl dat er in 1985 nog maar 25 miljoen waren. In totaal gaven de vakantievierders ruim $ 64,5 miljard uit, ter vergelijking: in 1985 bedroeg dit nog $ 14,3 miljard.

Ruim 47 miljoen Amerikanen bezochten in 1995 het buitenland, waarvan iets meer dan de helft naar Europa ging. Hun totale uitgaven bedroegen tegen de $ 50 miljard.