Zweedse woordenlijst

Dit is een Zweedse woordenlijst, een woordenlijst met handige woorden die je tegenkomt bij het kopen van een woning in Zweden. Heb je aanvullingen op deze Zweedse woordenlijst, stuur ze gerust in!

Zweedse woordenlijst

äldre oudere allrum – kamer voor algemeen gebruik, voor zweden meestal ruimte voor tv-kijken, spelletjes, ontspanning, vaak op de bovenverdieping altan(en) – (de) veranda även – tevens badkar – badkuip badrum – (met) (de) badkamer biarea – bijgebouwen, kan ook zijn: aangebouwd bjälklag av betong/trä – balkenlaag van beton/hout boarea ca 95 kvm – bebouwd oppervlak ca. 95 m2 bostad – woning, huis bottenvåning – benedenverdieping braskamin(insats) – alles brander/open haard (inzet) byggår: 1950 – bouwjaar 1950 direktverkande el – elektrische verwarming, direkt, dus geen oliegevulde elementen (kan duur zijn!!) diskmaskin – vaatwasser djupborrad brunn. – diepgeboorde bron ekparkett – eiken parket 1 ½ plan – benedenverdieping + bovenverdieping (onder schuin dak) 6 rum varav 3 sovrum. – 6 kamers, waarvan 3 slaapkamers el – elektra eller – of enskilt avlopp particuliere – afvoer van vuil water en toiletten (dus geen aansluiting op het openbare riool, maar meestal een sceptic tank enskilt vatten – particuliere watervoorziening (bron), dus geen aansluiting op waterleidingnet fasad av puts – gevel van stucwerk (meestal op hout) fasad av stående träpanel – gevel van staande houtpanelen förråd – voorraadruimte friggebod – schuurtje ca. 10 m2, dat zonder vergunning kan worden gebouwd friköpt – afgelost, vrij bezit fritidsfastighet – vrijetijdswoning fritidshus – med permanent standard vrijetijdswoning, geschikt voor permanente bewoning fruktträ – vruchtboom frys(skåp) – vriezer gästrum – gastenverblijf gäststuga – gastenhuisje gemensamhetsanläggning – gezamenlijke aanleg (met bijv. buren) gillestuga – hobbyruimte, spelletjeskamer etc. groventré – neveningang grovkök – bijkeuken grund – fundament grundsulor – betonpalen hängrännor av fabrikslackerad plåt – dakgoten van fabrieksmatig gelakt plaat(ijzer) högstbjudande – hoogstbiedende hörntomt – hoektuin i gott skick – in goede staat inbyggnad – ingebouwd inglasad altan – beglaasde veranda insynsskyddad – beschut, vrij van inkijk jordkällare – aardkelder (gegraven kelder, meestal in de tuin, binnenin bekleed met basaltblokken) kakel(ugn) – tegelkachel källare(n) – (de) kelder kök(et) – (de) keuken kombipanna med olja/ved, förberedd för el – cv-ketel, te stoken met olie of hout, voorbereid voor electrisch (inbouwelement) kommunalt avlopp – gemeentelijk riool kommunalt vatten – gemeentelijke waterleiding kopplade fönster – gekoppelde ramen (dubbele ramen, openklapbaar) kyl(skåp) – koelkast liten/litet – klein (van grootte) matkällare – kelder voor opslag levensmiddelen mindre – kleinere morgonsol – ochtendzon mycket fint läge – zeer mooie ligging mynnar – komt uit in naturtomt – gebied met natuurlijk gewas (kan van alles zijn, struiken, bomen, kuilen, gaten, hoog gras etc) norr – noorden o. – en och – en olja – olie oljefyllda – element electrische verwarming d.m.v. oliegevulde elementen öppen spis – open haard öster – het oosten ovanvåning – bovenverdieping övriga byggnader – overige gebouwen pannrum – stookruimte met cv-ketel papper – papier planlösning – indeling rakt fram – recht tegenover redskapsbod – gereedschapsschuurtje renoveringsbehov – moet worden gerenoveerd sjöutsikt – uitzicht op het meer småhus – klein huis snickarglädje – houtsnijwerk (lett.: timmermansvreugde) söder – ten zuiden sovrum – slaapkamer spis – fornuis spishäll – kookplaat stege – ladder stomme av timmer – skelet van houten balken stomme av trä – skelet van hout storlek – grootte svale – kast met iets hogere temperatuur dan koelkast syd – het zuiden takbeklädnad av plåt – dakbedekking van plaat (staal) taktegel /takpannor – dakpannen (tegel zijn tegelvormig) tapet – behang till höger – (naar) rechts till vänster – (naar) links tillverkad 1990 – bouwjaar 1990 tomtarea – onbebouwd oppervlak torpargrund – fundament van betonnen balken of stenen (let op zwamvorming!!!) trädgård – tuin trädgårdstomt – tuinoppervlak trägolv – houten vloer tvättstuga – spoelkeuken uppvärmning – verwarming uterum – terras, omgeven door struiken of een schutting utgång(ar) – uitgang(en) uthus(byggnaden) – bijgebouw va – waterafvoer vardagsrum(met) – (de) woonkamer varmvattenberedare – boiler väster – het wester vattenburen – centrale verwarming vävtapet – geweven behang ved – (brand)hout vedbod – houtschuur vedspis – houtfornuis ventilation: självdrag – ventilatie: “zelftrekkend” verkstad – werkplaats villa – vrijstaande woning vind(en) – (de) zolder